Menu

Tussen 2004 en 2008 werd in Antwerpen een grootschalig spinnenonderzoek uitgevoerd: het Antwerps SpinnenOnderzoeksProject (ASOP). Het ging om het eerste arachnofaunistisch onderzoek van die omvang in een West-Europese stad.

Bedoeling was om te onderzoeken welke spinnensoorten kunnen overleven in sterk verstedelijkt gebied. Daarom werd enkel binnen de Antwerpse Singel gezocht, zodat bv. het natuurreservaat Wolvenberg de resultaten niet zou beïnvloeden.

De verwachting van de onderzoekers was dat een 70 à 80 verschillende spinnensoorten zouden gevonden worden in die ‘stenen woestijn’, maar al snel moesten die verwachtingen bijgestuurd worden.

Niet minder dan 250 soorten (meer dan 40% van de gekende Vlaamse spinnenfauna!) werden aangetroffen in de binnenstad. De onderzoekers van de Belgische Arachnologische Vereniging ARABEL zagen dat het beeld van de ‘stenen woestijn’ niet bleek te kloppen en dat Antwerpen in tegendeel heel divers is aan habitats. Die habitats bevinden zich weliswaar op kleine oppervlakten en liggen vaak erg geïsoleerd van mekaar. Er werden binnen dit onderzoek 12 verschillende ‘deelhabitats’ gedefinieerd.

De algemene conclusie van het ASOP was dan ook dat het sterkst verstedelijkte deel van Antwerpen verrassend biodivers is, maar dat de aanwezige spinnenpopulaties klein zijn en daardoor kwetsbaar voor lokaal uitsterven.

Mensen als wijlen professor Jean-Pierre Maelfait (UGent) stelden vast dat spinnen om verschillende redenen een erg goede groep van bio-indicatoren vormt en dus kunnen we er vanuit gaan dat de vaststellingen voor spinnen ook gelden voor een aantal andere faunagroepen (spinnen eten insecten en andere ongewervelden en zjn zelf voedsel voor predatoren zoals verschillende vogelsoorten).

Enkele voorbeelden:
Een aantal voorspellingen lag voor de hand: Antwerpen is als stad warmer en droger dan het omringende platteland, dus er werden inderdaad ook meer warmte- en droogteminnende spinnensoorten aangetroffen:
Bosrandwolfspin (Xerolycosa nemoralis)

Foto: Ludwig Jansen

Bergspringspin (Talavera petrensis)

Foto: Arnaud Henrard

Daarnaast is er in Antwerpen ook meer invoer van exotische spinnen (oa. via de haven):
Gele spoorspin (Cheiracanthium mildei)

Foto: Didier Petot

Marmertrilspin (Holocnemus pluchei)

Foto: Sylvain Lecigne

Maar verrassender was dat 85 à 90% van de aangetroffen spinnensoorten niet aan menselijke omgevingen gebonden zijn en dus normaal in ‘wildere natuur’ voorkomen. We tonen enkele van de soorten die spinnenonderzoekers niet hadden verwacht in de Antwerpse binnenstad. Het zijn alle Rode Lijstsoorten.
Pantserkogelspin (Pholcomma gibbum): een soort van droog voedselarm grasland met ruigtes, die in Antwerpen-stad quasi uitsluitend in parken werd gevonden

Foto: Gilbert Loos
Gewone sprietspin (Tibellus oblongus): staat bekend als een bewoner van nat voedselarm grasland met graspollen. In Antwerpen-stad vooral in (spoorweg)bermen aangetroffen.

Foto: Maarten Jacobs
Bonte renspin (Philodromus rufus): heeft bij ons haar Noordelijke verspreidingsgrens en staat bekend als zeldzaam. In Antwerpen-stad vonden we 75 exemplaren, vooral in heesters in bermen. Van de verwante Bleke renspin (P. albidus) die ook zeldzaam is en normaal te vinden is in randen van droog loofbos, werden niet minder dan 150 exemplaren aangetroffen in parken en private tuinen.

Foto: Hania en Hans Arentsen
Moerasblinker (Heliophanus auratus): een soort van moeras met ruige rietvegetatie, werd in Antwerpen-stad vooral aangetroffen op braakgrond en in wildere private tuinen.

Foto: Pierre Oger

Meer informatie vindt u in dit rapport (Engelstalig).