FONAS: In de Godenstraten van Berchem, 31-07-2018

Vorig jaar werd in deze wijk Mazus pumilus ontdekt, een klein maskerbloempje dat op slechts één andere plek in ons land is ontdekt. Wij gaan met onze stadsgroep kijken of het heeft stand gehouden. Uit de staalblauwe hemel blaast een droge bries.

Aan het afspraakpunt is iedereen al opgeschoven naar de vindplaats van Mazus, waar Annick enkele bloempjes heeft ontdekt. Enkele weken geleden was er nog niets te bespeuren! Maar vandaag zijn we met 10 deelnemers getuige van deze herrijzenis. Er zijn een tiental planten aanwezig, waarvan er twee in bloei zijn. Ondanks de aanhoudende droogte hebben zich op de vindplaats nog heel wat soorten kunnen ontwikkelen, voor zover kasseivoegen-flora  dat kan. Naast Schijfkamille, Steenkruidkers, Brede weegbree, Liggende vetmuur en Varkensgras vinden we vooral Straatliefdegras en kommervormen van Harig vingergras en Gehoornde klaverzuring. Ze komen niet boven de bolle stenen uit. In de nabijgelegen verdorde gazons houden vooral Jacobs- en Bezemkruiskruid, Duizendblad, (opslag van) Robinia, Vijfvingerkruid, Zachte ooievaarsbek, Klein streepzaad en Biggenkruid stand.  Op de stoepen in de Herculusstraat vinden we bovendien ook miniatuur polletjes Klein liefdegras en Groene naaldaar, overvloedig vergezeld van Behaard knopkruid. Een kevertje dat we fotograferen is Rozemarijngoudhaantje. In een heg groeit net als vorig jaar een mooie populatie Bitterzoet, die door Tomatenmijt is aangetast. Opvallende bloeiers zijn Europese hanenpoot, Haagwinde, Tuinwolfsmelk en Hoge fijnstraal. Op de tuinmuurtjes heeft zich veel Dalmatieklokje gevestigd. In de Jupiterstraat zijn de muurtjes ook begroeid, met o.a. Muurvaren, Heelblaadjes, Kantige basterdwederik, Grote maagdenpalm, Tijmereprijs en Mannetjesvaren. In de goot vinden we zaailingen van Altheaboompje. In de Neptunusstraat noteren we o.a. Vingerhoedskruid, Penningkruid, Muursla, ‘Wilde’ akelei, Gewone brunel, Uitstaande vetmuur en Maarts viooltje. De determinatie van een bloeiend Havikskruid in rozet, met bescheiden afstaande omwindselblaadjes, loopt al fout vanaf het begin van de sleutel en wordt nadien als Schermhavikskruid goedgekeurd. In de Marsstraat wordt (niet bloeiende) Peterselie ontdekt, een zeer zeldzame stadsplant al is het maar een tuinkruid. De sterke Peterseliegeur is een goed onderscheid met Hondspeterselie, die naar een vieze selderij ruikt. We passeren nog wat keldergaten met Tongvaren en vinden in een garagesteeg zaailingen van Chinese zuurbes (Berberis julianae), met lange gele doornen in groepjes van drie. Op dit kleine stukje hebben we meer dan 100 soorten gevonden, en spijtig genoeg hebben we geen tijd meer gehad om de straten aan de overzijde van Gitschotelei te bezoeken. Blijkbaar heeft Kransmuur nog niet de kans gehad zich in deze godenstraten te vestigen. Ook Behaard breukkruid is niet gevonden.