Vandaag zijn we afgesproken aan het Museum voor Schone Kunsten, met mooi droog weer en een vrij lage opkomst. Annick maakt de lijst en Karin de foto’s. Op het plein voor het monumentale gebouw noteren we eerst alle algemeenheden. Spoedig vinden we er enkele notoire thermofiele stadsplanten, zoals Peterselie en Venkel, in bloei. Er zijn ook zaailingen van Veldiep, terwijl in de moederbomen een aantal Putters vrolijk zingt of driftig voedsel zoekt. Op een in onbruik geraakt petanque-veldje ontdekken we een onbekende bloeiende plant. De bloemen zijn groenachtig, met lange naar buiten priemende stijlen. Later valt me in dat het om Spinazie gaat, zowat het laatste dat ik hier in de binnenstad verwacht! In de buurt van de sierplantsoenen zien we allerlei verwilderen tot ver van de aanplant: Wilde marjolein en Zwarte toorts herkennen we zonder meer. Tussen de tramsporen vinden we ook Boerenwormkruid, Gewoon duizendblad en de geelbladige cultivar van Penningkruid.
Door een zijstraatje, met o.a. Kransgras, Amerikaanse kruidkers en Plataan als steenbewoners, bereiken we de grote parking met kasseien aan de Vlaamse kaai. We kunnen er al snel bloeiende soorten als Behaard en Kaal breukkruid, Zilverhaver en later ook Rode schijnspurrie herkennen. Na wat zoeken vinden we ook Kransmuur, dikwijls overjaarse relicten, maar ook verse en forse planten. We kunnen ons vergissen: is dat geen Eenjarige hardbloem? Verdorie als dat waar is, is er al veel naast gekeken in de binnenstad… Altijd is het een spektakel ze in de voegen van de kinderkopjes te zien vergezeld van andere dwergvormen van Zandhoornbloem, Hertshoornweegbree, Liggende vetmuur, Herderstasjes, Langbaardgras en Steenkruidkers. Liefdesgrassen zien we nog niet. We steken daarna nog door naar de kaaien, waar de betonmolen steeds verder werkt aan een troosteloze gladde steenvlakte. In de rand van de werf noteren we een reeks akkeronkruiden, zoals Knopherik, Geknikte vossenstaart, Blaartrekkende boterbloem en allerlei Melden. Op het voetpad en in de kleine straten staan zaailingen van zowel Zilverlinde als Zweedse lijsterbes. We besluiten de uitstap aan de achterzijde van het Zuiderpershuis. In de vrolijke ruigte daar noteren we nog een dertigtal bijkomende soorten waaronder Bleke morgenster, Hazenpootje en een massavegetatie van Bonte wikke in bloei.