“Beeld je in”: een warme juli-avond, met een goed glas op een terras en boven je hoofd een troep krijsende luchtacrobaten. Zomerser kan het in Antwerpen toch niet worden?
Die luchtacrobaten zijn gierzwaluwen (Apus apus). Gierzwaluwen zijn helemaal geen zwaluwen. Zij horen bij een aparte familie (Apodidae) die wereldwijd 92 soorten bevat. Het zijn prachtige en mysterieuze vogels. Bijna heel hun leven brengen ze in de lucht door. Eten, drinken, slapen, poetsen en paren, alles doen ze al vliegend. Ze leven van vliegende insecten en zwevende spinnetjes. Daar hebben ze grote hoeveelheden van nodig, voor hun eigen energie en voor het voederen van hun jongen. Zo’n jong heeft per dag tot 10 000 stuks nodig.
Alleen om te broeden onderbreken ze hun vlucht. En om te broeden hebben ze de spleten en gaten in gebouwen in onze steden en dorpen nodig. Oorspronkelijk bewoonden ze kliffen en rotsen. In onze streken zijn onze gebouwen een prima alternatief. Maar dan ook het enige.
En onze steden veranderen. Tegen hoog tempo worden de oude gebouwen gerenoveerd, daken worden geïsoleerd. En alles wordt potdicht afgewerkt. De gierzwaluwen vinden geen geschikte nestplaats meer (hetzelfde geldt voor huismus en vleermuizen). Hun aantal vermindert elk jaar en zonder onze hulp zullen ze uit onze stad verdwijnen.
We kunnen de diertjes helpen door in onze gebouwen speciale neststenen te verwerken of bestaande ongebruikte ruimten van gebouwen voor hen toegankelijk te maken. Hiervoor bestaan allerlei systemen zoals speciale dakpannen. We kunnen ook nestkasten plaatsen. Er moet wel aan een aantal voorwaarden voldaan worden om hiermee succes te hebben.
Nestkasten moeten de juiste vorm en afmetingen hebben.
Ze moeten tamelijk hoog geplaatst worden. Een vrije valhoogte van minimaal 5 meter is nodig en bomen, palen of draden mogen de aanvliegroute niet belemmeren.
Ook de oriëntatie is belangrijk. Een dakrand die gericht is naar het noorden of het oosten is de beste plaats. De vogeltjes zouden immers braden op hun nest als de kasten te veel zon krijgen.
Gierzwaluwen leven in kolonies. Het is best om meerdere kasten bij mekaar te hangen.
Gierzwaluwen zorgen zelf voor de schoonmaak van hun nestkast. Hun uitwerpselen zijn zo klein en droog dat ze verpulveren. Ze geven geen overlast en besmeuren de gevels niet.
Onze Natuurpuntafdeling voert samen met de stad een project uit waarbij we een geschikte plaats zoeken voor het hergebruiken van een aantal reeds gebruikte nestkasten. In het voorjaar van 2017 konden inwoners van Antwerpen en Berchem zich kandidaat stellen voor een gratis nestkast. Meer dan 300 mensen hebben een nestkast aangevraagd. Dit maakt zeker duidelijk dat stadsbewoners veel belang hechten aan fauna in de stad.