Vlinders kennen verschillende levensstadia. Vlinders komen voor als pop, imago en rups en ook als ei.
Uit de eitjes komen jonge rupsen. Een deel van deze rupsen groeit uit tot ‘volwassen rups’ en gaat verpoppen. Tenslotte kruipt er een vlinder uit de pop. Het hele proces noemt men een metamorfose.
Het kleine koolwitje heeft als waardplanten, kruisbloemigen en reseda’s. Het Klein koolwitje is een zeer algemene standvlinder, zo ook in Wolvenberg. De vliegtijd is van maart tot en met oktober. De vlinder overwintert als pop.
Vlinders hebben geslachtsorganen aan het achterlijf. Tijdens het paren, koppelen vlinders hun achterlijven aan elkaar.
Klein koolwitje op Akkerdistel, dit is dus een imago.
Parende kleine koolwitjes.